Hoe kan het dat fokwaarden veranderen voor genomic geteste dieren?

MPV Nooijen

Dieren die via de merkertest op genomics worden getest krijgen fokwaarden uit de tussentijdse genomic fokwaardenschatting, die 3 keer per week wordt uitgevoerd. Hierbij worden zodra de resultaten van het lab bekend zijn fokwaarden berekend.

Ook wordt 3 keer per jaar de officiële fokwaardenschatting uitgevoerd en daarin worden deze dieren voor de eerste keer meegenomen. Zij krijgen dan fokwaarden uit de officiële fokwaardenschatting, ook bekend als de indexdraai. Deze fokwaardenschatting gebeurt in de april, augustus en december.

Bij de overgang van de tussentijdse genomic fokwaardenschatting naar de eerste fokwaarden uit de officiële fokwaardenschatting kunnen er verschillen ontstaan. Dit kan komen door verandering van informatie van familie, maar ook door een iets andere berekeningswijze. De overeenkomsten tussen de fokwaarden zijn groot, wat een correlatie van 0,96 laat zien: dieren veranderen wel iets in NVI, maar de rangorde blijft grotendeels gelijk. Ook blijkt dat 2/3e van de dieren minder dan 20 punten NVI verandert. Dat betekent dat 1/6e van de dieren meer dan 20 punten daalt en dat 1/6e van de dieren meer dan 20 punten stijgt.

Dit is een eenmalige verandering door verschil in berekening. Na deze verandering blijven de fokwaarden uit de officiële fokwaardenschatting komen en zullen veranderingen alleen worden veroorzaakt door meer informatie van familieleden of het dier zelf prestaties krijgt (aan de melk, keuring, etc.).